Dé verschillen tussen schaatsen en skeeleren

De verschillen tussen schaatsen en skeeleren? Ik hoor je denken, wat is dit nou weer voor vreemde titel, want dat weet iedereen toch?

Nou, uiteraard glijd je bij schaatsen op je ijzers over ijs en rol je met skeeleren op wielen over asfalt, beton of klinkers om van het verschil in temperatuur nog maar te zwijgen.

Toch zijn er een aantal grote en essentiële verschillen tussen schaatsen en skeeleren die ik in dit artikel met je wil doornemen.

Maar waarom trainen schaatsers in de zomer dan ook op inline-skates als beide sporten zo verschillend zijn?

Overeenkomsten tussen schaatsen en skeeleren

Voor we in de verschillen tussen de sporten duiken kunnen we beter beginnen met de overeenkomsten tussen schaatsen en skeeleren.

Zo gebruik je voor zowel schaatsen als skeeleren dezelfde spiergroepen en komt ook de techniek in grote lijnen erg overeen, want je probeert jezelf in beide sporten voorwaarts te laten bewegen door zijwaarts af te zetten.

Echter hier schuilt meteen het gevaar, want als je gaat skeeleren met een schaatstechniek zul je niet veel prijzen winnen in het skeelercircuit.

Echter andersom, als je gaat schaatsen met een skeelertechniek heb je kans dat je vaker in de boarding rondom de ijsbaan ligt dan dat je rondjes tot een goed einde zal brengen.

Olympische droom voor inline-skaters

Dit betekent trouwens niet dat het niet kan zoals internationale toppers bewezen hebben door in de winter de wielen in te ruilen voor de ijzers om een Olympische droom te kunnen verwezenlijken.

Dit ging overigens nooit zonder slag of stoot, wie herinnert zich niet de eerste schaatswedstrijden van skeelerlegende Chad Hedrick toen het allemaal nog erg houterig leek.

In de loop der jaren kreeg Hedrick de specifieke schaatstechniek echter steeds beter onder de knie.

Dit leverde hem geen windeieren op, want hij heeft in zijn carriere maar liefst 5 Olympische medailles gewonnen waaronder een gouden plak op de 5.000 meter op de Olympische Spelen in Turijn.

Chad Hedrick tijdens zijn gouden race op de 5.000 m in Turijn 2006

Waarom is skeeleren geen Olympische sport?

Het antwoord op deze vraag is simpel, maar tegelijkertijd ook erg moeilijk.

Op Olympische Spelen is namelijk geen ruimte om alle sporten met een Olympische status te laten meedoen.

Hoewel skeeleren, of inline-skaten voor de rest van de wereld, wel over de Olympische status beschikt is het dus nog niet gelukt om de sport daadwerkelijk op de Olympische kalender te krijgen.

Er gloort echter wel hoop voor het skeeleren, want vanaf 2014 hebben organiserende landen meer vrijheid gekregen om hun eigen Olympische programma samen te stellen.

Dit betekent dus als de Spelen in een land worden gehouden waar skeeleren immens populair is het zomaar eens op het programma zou kunnen staan.

Een goed voorbeeld doet volgen

Sindsdien hebben vele inline toppers zijn voorbeeld gevolgd om ook hun Olympische droom waar te kunnen maken.

Denk hierbij bijvoorbeeld eens aan onze zuiderbuur en skeelerfenomeen Bart Swings die ook steeds beter gaat presteren op schaatsen.

Maar wist je dat ook o.a. Derek Parra, Brittany Bowe, Heather Richardson-Bergsma en de meest recente overstapper Peter Michael eenzelfde traject vanuit het skeeleren hebben afgelegd om vervolgens ook wedstrijden te gaan winnen op schaatsen?

Ok, na deze misschien ietwat te lange inleiding gaan we het nu hebben over de verschillen tussen schaatsen en skeeleren.

Verschillen tussen schaatsen en skeeleren

Ok, na deze misschien ietwat te lange inleiding gaan we het nu hebben over de verschillen tussen schaatsen en skeeleren.

Rolweerstand

Om te beginnen ervaar je op skeelers rolweerstand die je op schaatsen niet hebt, daar glijd je namelijk veel soepeler over het ijs.

Deze rolweerstand wordt natuurlijk veroorzaakt doordat de wielen van je skeelers veel breder zijn dat de ijzers van je schaatsen, waardoor er op een groter oppervlak wrijving ontstaat.

Een tweede punt waar rolweerstand ontstaat is in je lagers.

Het maakt niet uit hoe goed je lagers zijn en hoe soepel deze draaien er zal altijd enige weerstand zijn die je afremt.

Toegegeven op schaatsen heb je natuurlijk ook weerstand omdat het ijzer zich in het ijs zal drukken, maar dit zul je veel minder snel merken dat op inline-skates.

Schaatstechniek & skeelertechniek

Omdat je op skeelers veel meer weerstand zult ervaren moet je je techniek hierop aanpassen door bijvoorbeeld korter te gaan rijden en nee met korter rijden bedoel ik niet een kortere afstand.

Met korter rijden bedoel ik dat je op skeelers een hoger beentempo moet aannemen omdat je sneller snelheid verliest dat op schaatsen.

Doordat je eerder snelheid verliest op skeelers zul je er dus voor moeten zorgen dat je sneller van standbeen wisselt, vaker afzet en dus kortere slagen maakt.

Double push skeelertechniek

De ‘double push’ skeelertechniek, of dubbele afzet, is een techniek die inline-skaters gebruiken om hoge snelheden te kunnen genereren.

In het kort komt de double push erop neer dat je dat je in één slag twee keer afzet. Een keer met de buitenkant van de skeeler en een keer met de binnenkant.

Je zou denken, waarom gebruiken ze deze supersnelle skeelertechniek dan niet in het schaatsen?

Dit is wel geprobeerd maar levert (bijna) geen snelheidswinst op en bovendien is er een groot risico op valpartijen als je deze dubbele afzet op ijs probeert uit te voeren, simpelweg omdat ijs een te gladde ondergrond is voor deze techniek.

Bart Swings demonstreert de double push skeelertechniek

Ondergrond & omstandigheden

Omdat schaatsen mede door de opwarming van de aarde steeds meer een binnensport met super goede ijsvloeren is geworden zul je tijdens het schaatsen weinig weerstand ondervinden van externe omstandigheden.

Hoe anders is dit op skeelers, want op je wielen ben je continu aan het vechten tegen elementen van buitenaf.

Je bent tijdens het skeeleren constant bezig met je aanpassen aan de ondergrond waar je op rijdt.

Rijd je bijvoorbeeld op een perfecte gladde asfaltweg dan kun je mooie lange rake slagen maken, maar kom je vervolgens een strook klinkers tegen dan moet je ineens over kunnen gaan op korte prikslagen.

En uiteraard kun je hierdoor op schaatsen in principe hogere snelheden bereiken dan op skeelers (enkele uitzonderingen daargelaten natuurlijk).

Daarom is het ook des te vreemder dat langebaanschaatsers, met name sprinters, geen helm dragen tijdens hun wedstrijden.

Terwijl skeeleraars en ook marathonschaatsers en mass-start rijders wel verplicht een helm moeten dragen, terwijl daar de snelheden vaak (veel) lager liggen. Maar geloof mij een val op het ijs kan net zo hard aankomen als een val op asfalt of beton.

Ben jij trouwens nog op zoek naar een goede skeelerhelm bekijk dan eens deze goedkope maar uitstekende helm van Powerslide.

Nooit slecht weer in een ijshal

Ook de weersomstandigheden zijn een groot verschil tussen schaatsen en skeeleren omdat skeeleren nog steeds vooral een buitensport is.

Dit terwijl schaatswedstrijden tegenwoordig bijna altijd worden georganiseerd in overdekte ijsbanen zoals Thialf in Heerenveen.

Overigens zijn er wel overdekte skeelerbanen, zoals die wederom in Heerenveen en wordt er ook (vooral in de Verenigde Staten) vaak in sporthallen geskeelerd.

Op skeelers, of inline-skates, ben je overgeleverd aan moeder natuur en ontkom je soms niet aan harde tegenwind en regenbuien.

Uiteraard kun je dit makkelijk voorkomen door Buienradar te checken voor je je skeelers onderbindt, maar het beperkt je wel in je mogelijkheden als we een regenachtige zomer hebben.

Racen tegen tegenstanders vs. tegen de klok

Echter het grootste verschil tussen schaatsen en skeeleren zit hem in het competitieve element en dit is ook gelijk de reden waarom vele grote namen uit het inline-skaten hun succes op wielen niet één op één kunnen overzetten op het ijs.

Waar je bij schaatsen eigenlijk altijd met zijn tweeën op het ijs bent, maar wel in je eigen baan moet blijven omdat het puur een race tegen de klok is.

Is dit bij skeeleren totaal anders omdat bijna alle onderdelen met meerdere rijders op de baan worden verreden, met uitzondering van de time trials.

Hierdoor kun je duwen, trekken en een ander afsnijden of zelfs afremmen. Maar misschien belangrijker nog je kunt jezelf optrekken, als een rode lap voor een stier, aan sterkere en snellere concurrenten.

Als een sluwe vos kun je je tegenstanders in de gaten houden en er echt een race van maken, terwijl je bij schaatsen enkel en alleen zo snel mogelijk van punt A naar punt B moet zien te komen.

Skeeleren vs. schaatsen

Hoewel beide sporten op veel gebieden erg op elkaar lijken zijn er zoals hierboven te lezen is ook wel degelijk grote verschillen tussen de beide.

Het allerbeste idee is natuurlijk om lekker van twee walletjes te eten en in de zomermaanden lekker gaan skeeleren en in de winter lekker het genot van een overdekte ijshal op te zoeken om lekker je rondjes op de schaats te kunnen rijden.

Want het ook wendt of keert zal het schaatsen in Nederland waarschijnlijk altijd belangrijker en populairder blijven dan skeeleren en zullen dus veel schaatsers skeeleren gebruiken om te trainen voor het schaatsen en niet andersom.

Echter voor gewone mensen zoals jij en ik is het skeeleren en inline-skaten schaatsen voorbij gestreefd en dit geldt voor kinderen.

Het gemak van de skeelers onderbinden in de woonkamer en voor de deur al kunnen beginnen met skeeleren zul je op schaatsen niet snel vinden.

Toegegeven, veel jonge kinderen hebben nog nooit een strenge winter met veel natuurijs en schaatspret meegemaakt.

Juist voor deze groep is het een positieve ontwikkeling dat skeeleren steeds populairder wordt in Nederland, want wie weet komt er ooit weer een (ja ik ga het hoge woord toch zeggen) Elfstedentocht.

Conclusie

Tot slot wil ik nog zeggen: “doe gewoon wat het beste voelt voor jou!”. Ben je een skeeleraar of een fitness-skater die gewoon meer houdt van warmere temperaturen? Ga dan vooral lekker voor het skeeleren of inline-skaten!

Ben je gek op de winter? Ga dan lekker schaatsen! Het belangrijkste is dat je het gaat doen, niet alleen omdat je lekker gezond blijft van beide sporten, maar ook omdat het een leuke activiteit is om met vrienden en vriendinnen te ondernemen.

En heb je een Olympische droom dan kun je beide sporten, hoe verschillend ook, prima combineren zoals de gebroeders Ronald en Michel Mulder bewezen hebben.